Ik blijf stokstijf staan. Ik realiseer me meteen wat de gevolgen van mijn actie zijn. “Niet weer!” gonst het door mijn hoofd. “Hoe kan ik zo stom zijn?” Ik loop om mijn auto heen en bekijk de opties. Ik kijk om me heen of ik ergens iemand zie die kan helpen. Niemand… Met lood in mijn schoenen loop ik naar de voorkant van mijn appartementen complex. Welke bel zal ik eens indrukken? Na drie pogingen, hoor ik eindelijk een stem door de intercom. Ga dan maar eens uitleggen dat je een kleerhanger wilt lenen aan een buurvrouw die je niet kent.

De deur van het complex zwaait open. Ik loop naar het huis van de buurvrouw die mij binnen liet. Ze komt met een vrij dikke ijzeren kleerhanger aan. Ik zie het al, dat gaat niet lukken. Ze roept haar man erbij. De buurman opent de deur van de ruimte waar bij mij de wasmachine staat. Ik kijk met bewondering. Een arsenaal aan gereedschap hangt keurig aan haakjes aan de muur. Ik zie mogelijkheden. Na enig beraad, besluiten we eerst maar eens op het dievenpad te gaan. Inbreken in mijn huis. Gewapend met een plamuurmes staat de buurman voor mijn deur. Hij wrikt, hij wurmt, probeert van alles, maar nee. We kunnen vast stellen dat dit bijzonder veilige huizen zijn. Inbreken lukt niet.

Optie twee dan maar. De auto. De buurman kijkt door het raampje en ziet mijn sleutelbos in het contact zitten. “Ja, daar hangen ze” is zijn commentaar. Ik krijg weer een vlaag van schaamte en besef van stompzinnigheid over me heen. Ik heb eigenlijk wel een excuus deze keer. Mijn autoslot aan de bestuurderskant is al een tijdje buiten gebruik. Het greepje is lam en ik moet elke keer als ik in mijn auto wil via de bijrijderskant de hendel van de deur gebruiken en dan heel voorzichtig de deur op een kier zetten. Ik kan melden, bij flinke wind is dit een intensief karweitje. De deur waait dan snel dicht. Mijn gedachten waren bij het overwegen om de deur te laten maken. Ik grijp de spullen op de bijrijders stoel en druk uit automatisme die deur dicht. Dat had ik beter niet kunnen doen. In de veronderstelling dat ik mijn sleutels bij me had, gooi ik de deur dicht achter me. Op slot doen heeft geen zin… want knappe boef die de deur open krijgt. En zo, was ik in een paar seconden afgesloten van alles. Geen huis, geen telefoon, alleen twee bosjes tulpies in mijn hand.

Het openhengelen van de auto kon op de stapel hoopvolle ideetjes in een noodsituatie. “Misschien kan je dan even iemand bellen?” “Een slotenmaker of een kennis?” Ineens besef ik me dat het nog erger met me gesteld is dan ik al dacht. Met al die leuke smartphones in ons leven, hoef je geen nummers meer te onthouden. Je drukt op het leuke icoontje met de foto en hopla er is contact. Ik aarzel en ik slik. Ik duw mijn schaamte aan de kant. “Meneer, ik weet het nummer van mijn vriend niet uit mijn hoofd…” In mijn hoofd rollen cijfercombinaties. Nul, zes, vier en dan dacht ik een paar zevens en ergens nog een 3 of zo? De wat oudere buren zullen wel gedacht hebben, dat ik hier wel op mij plek ben komen wonen, gezien de gemiddelde leeftijd van de bewoners. “Die is al aardig op weg, toch? Als je niet eens het nummer van je vriend weet?” Ik hoor het ze denken en zak nog iets verder weg in mijn jas.

Gelukkig zijn het enorm aardige mensen en ik mag even op de bank zitten terwijl ik strategie bepaal. Facebook! Als ik nu eens een bericht stuur naar hem. Ik krijg de tablet van de buurvrouw. Helaas moet het via haar account, want als ik op een vreemd apparaat in wil loggen, vraagt Facebook om een beveiligingscode via mijn telefoon! En ja, die ligt in mijn huis! Het Facebook idee was leuk, maar mislukte jammerlijk. De berichten kwamen hoogst waarschijnlijk niet direct binnen omdat het een niet-bevriende persoon was die hem wilde bereiken.

Lang leve het ouderwetse telefoonboek! Ik google naar hem. Innerlijk moet ik lachen. Hoe ambachtelijk wil je het hebben zeg! En hoe fijn dat mijn vriend nog een ambachtelijke vermelding heeft in het telefoonboek. Ik bel. Hij is al wat gewend van mij. Ik ben de factor die zijn leven nooit saai maakt. Altijd wel een avontuur waar ik de oorzaak van ben. Natuurlijk komt hij. “Tot over een uur” zegt hij lachend.

Daar zat ik dan. Op bezoek bij de buren. De buurman hield de wacht bij het raam. “Nee dat is um niet, te donkere kleur auto” “Die ook niet, te grote auto” Zo verstreek de tijd. “Ja, dat is um!”  De buurman rende naar het balkon om mijn vriend te melden op welk nummer ik zat. Wat een bevrijdend gevoel toen de sleutel in de deur ging en ik naar binnen kon.

Een dag later sta ik op het balkon. Ik zie mijn directe buren staan. Ik besef me ineens dat zowel mijn balkondeur als mijn slaapkamerdeur gewoon open waren en ik via hen naar mijn huis had gekund. Ik begin een gesprekje met ze. Ze moeten enorm lachen. “Ja, we dachten al wat raar dat de buurvrouw bij dat huisnummer naar binnen gaat”.

Het leuke aan dit verhaal is, dat ik nog niet zo veel mensen kende in het complex en dat graag anders wilde. Ik grap naar mijn buren dat ik eens ga nadenken bij wie ik de volgende keer een paar uur ga zitten als ik me buitensluit. “Nou leg dan maar wel even je sleutel bij ons, dat is wat handiger” grapt de buurvrouw terug. “Dan kan je rustig bij alle buren gaan zitten om kennis te maken met deze smoes!”

Zo ging er een deur open naar contact omdat ik een deur dicht gooide. Wat is het leven grappig eigenlijk.

Share

Eén gedachte over “Hoe leer ik mijn buren kennen…”

  1. What an 8nteresto get way for the 7n8verse to let you meet your new neighbours. And what better way than by asking for help with your situation?!

    How does other get any better than this?

Laat een antwoord achter aan Brian Canavan Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.