Zo lieve Happy Minders. Hier ben ik weer, Sherlock, het ego met een hoog IQ, welbespraakt en vaak onbegrepen. Zoals al aangekondigd zal ik hier mijn hersenspinsels van hoog niveau met jullie delen. Het onderwerp van deze column? Ike(j)a.

Minimaal twee maal per maand kom ik bij de nachtmerrie uit Zweden. Mijn collega-ego (hm ik zou haar ook collego kunnen gaan noemen, kijken hoe geïrriteerd zij van mijn nieuwe woord gaat worden hahahaha) is namelijk niet blijer te krijgen dan met een bezoekje aan de Ikea. Het is voor haar de woonhemel. Ik zie het als een grote verzamelplek van spullen die je niet nodig hebt, maar goed. Als man heb je nu eenmaal bepaalde uitdagingen voor lief te nemen.

De uitdaging start al bij het vinden van een parkeerplek. Tegenwoordig is het al zo ver gekomen, dat het parkeerdek boven bij voorbaat is afgesloten, waardoor je gedoemd bent talloze rondjes te rijden met als extra bonus de enorme verticale betonnen balkjes over de weg om de vaart eruit te halen. Dat is maar goed ook, want na tien rondjes en het enorm irritante tut-gehalte van de mede parkeerder maakt dat je toch wel zin hebt om het gas volledig in te drukken om de uitgang te bereiken en linea recta naar huis te rijden. Maar dat gaat niet, Ikea heeft zijn huiswerk gedaan. Je kunt niet wegscheuren. Er is geen ontsnapping mogelijk. Je moet wel!

Eenmaal geparkeerd laat je je meesleuren in de stroom mensen die de trap op willen naar het walhallah. De gelukzalige blik in de ogen van mijn collego maken dat ik me beheers. Helpende gedachten zoekend als… straks ben ik weer buiten, loop ik mee achter de meute aan voor de eerste ronde. De showroomronde zeg maar. Elke keer denk ik dat er nu wel genoeg meubeltjes met Zweedse namen in het paleis van mijn collego staan, maar nee… er kan altijd meer bij. Naast de Pax, Kallux, Billy kon er ook nog wel een Mickey bij. Opvallend toch dat bijna alle meubels een mannelijke naam hebben. Zou dat een marketing strategie zijn om de dames tot kopen aan te zetten?

Mijn collego is een ster in het verzinnen van nieuwe projecten waarbij een ritje naar de Ikea onvermijdelijk lijkt. Vaak is het verschuiven van slechts één enkel voorwerp in huis reden om uren bij de Ikea door te brengen. Ik citeer: “Kijk… als ik nou dat tafeltje in de slaapkamer zet, dan kan ik in de huiskamer een bureautje neerzetten… toch?”

Ik heb geleerd om te starten met alleen kijken en niets zeggen er komt namelijk automatisch een vervolg op de vorige zin… Ik vervolg het citaat: “Ik heb het al opgemeten en het pas daar perfect… Wat denk jij ervan?” Dan is het tijd om heel zorgvuldig te overwegen wat te zeggen. “Nou weet je…” begin ik voorzichtig. “We hebben al eens een bureau voor je neergezet en uhm… (een pauze ter controle van de situatie) dat bureau staat er nu niet meer toch?” Het blijft even stil. “Ja, maar dat was anders…” Ik weet het al, we gaan naar Ikea!

Het winkelen is eigenlijk nog niet het ergste. Na de showroomronde is er even rust. De gele tas wordt op de handige tassenparkeerplek gehangen en dan kunnen we doorstromen naar de rij bij de voedselafdeling. Ik hou van vaste patronen, dus ik kies elke keer hetzelfde product. De cheese-cake. Eigenlijk het enige zinvolle product bij Ikea…

Nadeel daarbij is dat je je door de rij wachtenden voor de Zweedse balletjes moet wurmen om het felbegeerde stukje taart te bemachtigen, maar goed, we zijn er bijna. Dan komt het moment dat mijn collego haar familiepasje moet zoeken. We leven in het digitale tijdperk, dus die heeft ze in een app, waarvan ze gemakshalve elke keer de naam vergeet… Als die eenmaal gevonden is en we de 2,80 voor de taart en de gratis (?) koffie… (voor 2,80 verdenk ik ze toch echt van overprijzen en doorberekenen van de koffie in de taart) kunnen we dan eindelijk even zitten. Daarbij moet ik nog opmerken dat van dat stukje taart 90% voor mij is. Ze eet namelijk het puntje eraf voor de smaak, want tja… ze is op dieet weet je… Erg irritant.

Na het rustmoment volgt ronde 2 in de onderste lagen van Ikea. Dat verloopt altijd redelijk soepeltjes en de auto is ook zo weer gevonden. Het echte leed begint thuis. Niks even rustig zitten… ik weet inmiddels beter. Het beste is meteen de accuschroefmachine (ondanks dat Ikea stelt dat er geen gereedschap nodig zou zijn) te pakken en het nieuwe familielid met mannelijke naam in elkaar te gaan zetten. Ze helpt heus mee. Ze legt alle schroefjes en andere friemelige onderdelen netjes op tafel. Daarna drentelt ze onrustig om me heen en ruimt het papier en plastic op. Ik vraag me soms af of er niet een vleugje autisme in haar zit, maar dat heb ik for the record niet gezegd he…

Het leed eindigt als het meubelstuk in elkaar zit (na enkele krachttermen mijnerzijds) en het op zijn plek staat. Met een gelukzalig snoetje neemt ze plaats achter haar mini bureau(de laatste aanwinst) en ik kan weer door met mijn overdenkingen op hoog niveau. Voorlopig ben ik weer een paar weken verlost van de Zweedse nachtmerrie die ik namens vele mannen beter Ike-nee had willen noemen.

Tot de volgende keer gewaardeerde lezers.

 

Sherlock.

 

 

Share

laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.